Van coq-au-vin tot heerlijke stoofpotjes: in de winter koken we nog iets liever met rode wijn. Het geeft je gerechten net iets diepere smaken en vullen je huis met heerlijke geuren. Niet iedereen vindt koken met wijn even gemakkelijk: want wat zijn nu precies de juiste hoeveelheden? En worden de gerechten dan niet heel complex? Gelukkig hebben we hier twee recepten met rode wijn die voor iedereen haalbaar zijn en waar netjes bij staat hoeveel en welke wijn je precies nodig hebt.
De charme van koken met rode wijn
In de winter zoeken we met z’n allen naar comfort. Denk aan stoofschotels en comfort food waar je uren de tijd voor neemt. Rode wijn voegt daar nog iets extra’s aan toe. Het maakt stoofpotjes zachter en sauzen rijker. Door wijn te laten inkoken, haal je het beste uit de smaak. Het resultaat? Een subtiele diepgang die je gerechten net dat beetje extra geeft. Bovendien werkt rode wijn uitstekend samen met winterse smaken zoals tijm, laurier en kaneel. Het past perfect bij het seizoen en geeft je gerechten een luxueuze touch.
Stoofpotje met rode wijn en rundvlees
Een stoofpotje is altijd een goed idee in de winter. Omdat het zo lang opstaat, krijg je heel rijke smaken – en de heerlijke geur in huis krijg je er gratis bovenop! Voor deze stoofschotel is een Barolo wijn perfect.
- 500 gram rundvlees, in blokjes
- 2 uien, gesnipperd
- 2 wortels, in plakjes
- 3 teentjes knoflook, fijngehakt
- 250 ml rode wijn
- 250 ml rundsbouillon
- 2 eetlepels tomatenpuree
- 2 laurierblaadjes
- 2 takjes tijm
- 2 eetlepels bloem
- 2 eetlepels olijfolie
- Zout en peper naar smaak
Bak het rundvlees in een hete stoofpan tot het mooi bruin is. Haal het vlees uit de pan en fruit de uien, wortels en knoflook in dezelfde pan. Strooi er wat bloem over en roer goed. Giet vervolgens de rode wijn erbij en schraap de aanbaksels los. Voeg de bouillon, tomatenpuree, laurier en tijm toe. Doe het vlees terug in de pan en laat het geheel zo’n twee uur zachtjes stoven. Na die twee uur geniet je van vlees dat smelt op je tong en een smaakvolle saus. Serveer met aardappelpuree of knapperig brood.
Peren op bladerdeeg
Als dessert of als luxe hapje: deze peren op bladerdeeg zijn verrassend eenvoudig. De peren laten we in wijn marineren, een Bordeaux wijn bijvoorbeeld, om zo de smaak subtiel op te nemen. De krokante bodem maakt het gerecht helemaal af.
- 4 peren, stevig en rijp
- 500 ml rode wijn
- 150 gram suiker
- 1 kaneelstokje
- 2 steranijs
- 1 vel bladerdeeg
- 2 eetlepels amandelpoeder
- Poedersuiker voor de afwerking
Schil de peren en snijd ze doormidden. Laat ze ongeveer 20 minuten zachtjes koken in een mengsel van rode wijn, suiker, kaneel en steranijs. Laat de peren afkoelen in de wijn. Verwarm de oven voor op 180 graden en bekleed een taartvorm met bladerdeeg. Strooi amandelpoeder over de bodem en leg de uitgelekte peren erop. Bak de taart 25 minuten tot het deeg goudbruin is. Serveer met de ingekookte wijnsaus en strooi er wat poedersuiker over. Dit gerecht ziet er feestelijk uit en smaakt nog beter! Serveer met een glaasje
Speak Your Mind