Witloof met hesp in de oven kennen we allemaal als de ultieme winterklassieker. Een beetje variatie kan echter geen kwaad. Zo zal dit al even hartverwarmende recept met malse kipreepjes en Provençaalse kruiden je zeker verrassen en een lepel extra doen opscheppen.
Snijd de harde onderkanten van de stronken witloof. Versnijd in de lengte in kwarten.
Schik de stukken witloof in een ruime, ingevette ovenschaal. Overgiet met de witte wijn en beetje water. Kruid met peper en zout.
Dek het witloof af met aluminiumfolie en laat 15 minuten bakken in de oven (180°).
Versnijd ondertussen de kipfilet(s) in reepjes. Kruid royaal met peper en zout.
Smelt een klont boter in een pan. Bak de kippenreepjes (eventueel in delen) goudbruin en zet opzij. Laat ze niet te lang doorgaren, anders worden ze taai.
Bereid de kaassaus door de boter te smelten en de bloem er door te kloppen. Laat even aanbakken zodat de bloemsmaak verdwijnt, roer er dan stelselmatig de melk door.
Voeg de helft van de gemalen kaas toe aan de saus. Laat nog even opkoken en haal dan van het vuur.
Werk de saus af met het geplette teentje look, de room en graanmosterd. Breng naar wens op smaak met Provençaalse kruiden, peper en zout.
Leg de stukken kip in de ovenschaal tussen het voorgebakken witloof. Overgiet met de kruidige kaassaus. Bestrooi met de rest van de gemalen kaas.
Laat de ovenschotel nog een half uur verder garen in de oven, tot de kaas mooi goudbruin gegratineerd is. Smakelijk!