Dit recept is ontzettend rijk aan smaken en texturen, waardoor het erg feestelijk is. Tegelijkertijd blijft het allemaal vrij eenvoudig en zijn er geen ingewikkelde of speciale kooktechnieken voor nodig. De garnalenbisque heeft enkel wat tijd nodig, de puree wat liefde en de gepocheerde eitjes een beetje training. Het wordt hoe dan ook heerlijk tafelen met dit royale voorgerecht of selecte hoofdgerecht.
Pel de garnalen zorgvuldig, bewaar de garnalen in de koelkast terwijl je de bisque bereid.
Snipper de ui, wortel, selder en knoflook grof.
Smelt een klontje boter in een stoofpot. Fruit ui, wortel, selder, knoflook, tijm, laurier en steranijs samen met de garnalenkoppen en -pantsers.
Voeg na enkele minuten de tomatenpuree toe. Roer goed om en laat even aanbakken.
Blus met een royale scheut cognac en flambeer (wees uiteraard voorzichtig).
Versnijd de tomaten in blokjes en voeg samen met de witte wijn, kippenfond en room toe. Laat de bisque een half uurtje zachtjes pruttelen.
Schil en gaar ondertussen de loskokende aardappelen in lichtgezouten water.
Zeef de bisque en laat het fijne soepje verder inkoken tot er ongeveer 2/3de overblijft (of de soep naar wens ingedikt is). Werk naar smaak af met peper, zout en een beetje cayennepeper.
Prak de gekookte aardappelen tot puree. Voeg eventueel een wolkje melk toe, let er echter op dat het een stevige puree blijft. Werk af met peper, zout en eventueel wat nootmuskaat.
Breng een ruime hoeveelheid water aan de kook. Doe er een scheutje azijn in. Zet het vuur af lager wanneer het water kookt en houd het net onder het kookpunt.
Voeg elk ei om beurten toe terwijl je het water laat rondkolken. Laat elk ei enkele minuutjes stollen.
Lepel in elk (diep) bord een schepje puree. Schik daar telkens één gepocheerd eitje op. Lepel er flink wat bisque rond. Bestrooi tot slot met de grijze garnalen en wat peterselie. Smakelijk!