Wie houdt van wat meer avontuur in de keuken, zal benieuwd zijn naar een receptje zoals dit! De pure smaak van Sint-Jakobosnoten (altijd lekker als verfijnd hapje of voorgerecht) wordt gecombineerd met technieken en smaken uit alle windstreken. Van een klassiek Italiaans bedje van tomaat en basilicum, tot een unieke roomsaus met twee pepers, kokos en koriander. Fusion van de bovenste plank.
Hak de groene en roze pepers fijn. Meng samen met de sojasaus onder de Sint-Jakobsnoten en laat even marineren.
Snij ondertussen in de onderkant van de tomaten een kruisje met een scherp mes. Dompel ze eventjes onder in kokend water. Daarna kan je ze vlot pellen.
Verwijder de pitjes en snijd het vruchtvlees van de tomaten in kleine stukjes.
Verhit een scheutje olijfolie. Stoof de tomatenblokjes even aan. Kruid met een beetje peper, zout en kristalsuiker.
Hak enkele basilicumblaadjes fijn, roer door de tomaten en haal van het vuur maar houd warm.
Verhit een wok- of braadpan. Doe er een scheutje olijfolie in en bak de Sint-Jakobsnoten langs elke kant één of twee minuten aan tot ze mooi gekleurd zijn. Haal ze uit de pan en houd warm.
Blus de pan met de kokosroom, vissaus en een beetje vers limoensap. Voeg ook de marinade van de Sint-Jakobsnoten toe en laat op hoog vuur inkoken tot een romige saus.
Lepel op warme borden een fijn bedje van de tomaten. Schik daar per persoon drie Sint-jakobsnoten op, overgoten met een beetje saus. Werk af met koriander. Lekker met rijst of brood. Smakelijk!