Het fijne aan een ovenschotel is dat je er talloze ingrediënten in kwijt kan, veel op voorhand kan klaarmaken en alles in één kom kan serveren op tafel. Extra leuk wanneer je bezoek verwacht. Deze verfijnde ovenschotel bevat stukjes vis, champignon en aardappel die overgoten worden met een smeuïg roomsausje met mosterd. Genieten maar!
Schil de aardappelen en versnijd in hapklare stukken. Laat kort garen in een royale portie gezouten water (blancheren).
Versnijd ondertussen de vis in hapklare stukken. Doe de stukken in een ruime ovenschotel en besprenkel met peper en zout.
Snipper de sjalot en knoflook fijn. Versnijd de champignons in plakjes.
Denk er tijdig aan om de stukjes aardappelen af te gieten zodat ze hoogstens beetgaar zijn. Laat schrikken onder koud water en afkoelen.
Verhit een klontje boter in een grote pan. Fruit de sjalot en knoflook, voeg dan de plakjes champignon toe. Laat goed garen zodat alle vocht kan verdampen.
Blus de champignons met een scheutje witte wijn. Laat uitkoken.
Roer de bloem (of maïszetmeel) door de champignons en laat kort aanbakken. Overgiet dan met de room. Voeg de takjes tijm, honing en mosterd toe. Laat indikken tot een romig sausje.
Snipper de blaadjes van de takjes dragon fijn. Doe samen met de afgekoelde stukjes aardappel bij de visblokjes en roer goed door elkaar.
Werk de saus naar smaak af met peper en zout (en eventueel wat extra honing of mosterd). Overgiet er de stukken vis en aardappel mee en roer voorzichtig door elkaar.
Schuif de schotel in een voorverwarmde oven (200°) en laat 20 minuutjes bakken. Maakte je de schotel op voorhand klaar en is alles helemaal afgekoeld? Verlaag de temperatuur naar 160° en laat ongeveer 45 minuten bakken.
Bestrooi net voor het opdienen met wat vers gesnipperde dragon (of peterselie). Heerlijk met een glaasje witte wijn of witbier. Smakelijk!