De zachte en verfijnde smaak van een varkenshaas laat zich vlot combineren met allerlei smaakmakers en ingrediënten. Dit recept voert je naar oosterse streken met een milde saus op basis van sojasaus. De knapperige wokgroentjes passen perfect bij het sappige vlees.
Haal de varkenshaas tijdig uit de koelkast. Kruid royaal met peper en zout en laat op kamertemperatuur komen.
Verwijder de buitenste bladeren en harde kern van de kool. Snipper in reepjes, blancheer in lichtgezouten water en laat uitlekken.
Verhit een braadpan. Kleur de sesamzaadjes goudbruin (gebruik geen vetstof) en zet opzij.
Schroei de varkenshaas in een klontje boter rondom aan op hoog vuur in diezelfde braadpan.
Doe het vlees in een ovenschaal en laat 15 tot 20 minuutjes verder garen in een voorverwarmde oven (160°). Laat daarna enkele minuten rusten onder aluminiumfolie.
Blus ondertussen de pan met de saké. Roer alle aanbaksels los. Vul dan aan met bruine fond, sojasaus, en ketchup. Laat even inkoken tot een sausje en houd warm.
Versnijd de rode paprika en ui in fijne reepjes.
Verhit een wokpan. Roerbak de geblancheerde kool met de paprika, rode ui en sojascheuten in een beetje arachideolie. Let er op dat de groentjes goed warm maar nog knapperig zijn.
Werk de gewokte groentjes af met een beetje sojasaus, sesamolie en een snuifje peper.
Versnijd het vlees in plakjes. Serveer met de gewokte groentjes. Werk af met flink wat saus op het vlees en geroosterde sesamzaadjes. Lekker met rijst, noedels of gewoon zo. Smakelijk!