Sterrenchef Wout Bru kiest in dit recept voor eenvoud. Het is het soort gerecht dat hij graag voor zichzelf maakt: niet al te moeilijk, met verfijnde producten en geweldig smaakvol. Het krokante schelvishaasje is verfijnd en toch alledaags, wat perfect past bij een zelfgemaakt tartaarsausje.
Spoel de krieltjes en snijd ze in twee. Kook beetgaar.
Spoel de veldsla en laat uitlekken. Meng de dragonazijn met de arachideolie en zet opzij.
Maak de tartaarsaus. Plet de eitjes, hak de augurkjes en kappertjes fijn. Meng samen met de fijngesneden kruiden door de mayonaise. Breng verder op smaak met peper en zout.
Smelt een klontje boter in een pan. Bak de voorgekookte krieltjes goudbruin.
Zet drie kommen of diepe borden klaar voor de vis. Eén bord met bord, één bord met de (losgeklopte) eitjes en in het derde bord het paneermeel met de Parmezaanse kaas en flink wat fijngehakte peterselie.
Kruid de schelvishaasjes met peper en zout. Wentel daarna door de bloem, dan door het ei en ten slotte door het paneermeel.
Bak de gepaneerde schelvishaasjes in een ruime pan met hete boter op een matig vuur tot ze goudbruin en knapperig zijn.
Dresseer de knapperige schelvishaasjes met een paar krieltjes, wat veldsla met vinaigrette en een flinke lepel tartaarsaus. Smakelijk!