Die deze klassieker niet kan appreciëren, weet niet wat hij/zij mist! Dit op-en-top Belgische gerecht is een geliefde keuze tijdens koude maanden omdat het fantastisch, hartverwarmend recept is met typische ingrediënten van bij ons: hesp, witloof en kaas. Een smeuïge puree maakt deze traditionele topper af.
Versnijd de harde onderkanten van de stronken witloof en verwijder de buitenste bladeren.
Verhit een beetje vetstof in een pan met deksel. Bak de stronkjes even rondom aan en kruid ze met peper en zout.
Voeg een scheutje water doe, dek af en laat enkele minuten stoven tot ze beetgaar zijn.
Maak ondertussen de kaassaus: smelt de boter, roer er dan de bloem goed door en laat even uitkoken. Voeg dan stelselmatig de melk al roerend toe tot een smeuïge, lopende saus.
Voeg ongeveer de helft van de gemalen kaas, een beetje citroensap, peper, zout en nootmuskaat toe. Roer goed door elkaar, laat nog even doorkoken op een zacht vuur en kruid bij naar wens.
Haal de gegaarde stronkjes witloof uit de pan en laat uitlekken. Rol ze dan netjes in plekje hesp.
Schik hespenrolletjes netjes naast elkaar in een ovenschaal. Overgiet met de saus zodat ze ongeveer tot de helft onderstaan met saus.
Bestrooi met de rest van de kaas en laat in de oven gratineren tot de kaas een mooi korstje heeft gevormd en de saus pruttelt.