Niet enkel Belgen zijn dol op gestoofd rundsvlees, ook over het kanaal is het een populair gerecht. Beef stew is een typisch voorbeeld van pubfood: een doodgewone maar lekkere hap die je vaak op het menu van eetcafés tegenkomt. Hieronder ontdek je hoe Jamie Oliver dit rundsstoofpotje graag klaarmaakt. Het geheim? Tijd!
Versnijd het vlees in stukjes van ongeveer 1 centimeter groot. Meng met de bloem.
Verhit een scheutje olijfolie in een ruime kookpot (die ook in de oven kan). Bak de blokjes rondom gedurende een vijftal minuten aan.
Versnijd ondertussen de knoflook fijn. Pel de sjalotten en halveer het merendeel (enkele mogen heel blijven). Versnijd selder, wortel en tomaten in grove stukken.
Schep het vlees uit de pot en voeg een vers scheutje olijfolie toe. Roerbak knoflook, sjalot, selder en wortel met blaadjes tijm gedurende een kwartier op een zacht vuur.
Voeg de stukjes vlees samen met de tomatenblokjes terug toe aan de pot. Overgiet met de rode wijn en laat grotendeels uitkoken.
Blus met de rundsbouillon. Voeg een flinke scheut Worcestershiresaus en de blaadjes laurier toe. Breng op smaak met peper en zout.
Dek af en schuif de kookpot in een voorverwarmde oven (160°). Laat 3 à 4 uur garen, tot het vlees helemaal mals is en uiteen valt.
Serveer het stoofpotje bij voorkeur met een smeuïge puree en een glas rode wijn. Smakelijk!