Een piekfijn stukje vlees mag niet ontbreken op het weekmenu. Rundsvlees verdient extra aandacht, de beste stukken zijn (indien goed bereid) om duimen en vingers af te lekken. Ierland heeft een uitstekende reputatie wat betreft rundsvlees, de groene weides garanderen een malse en smaakvolle steak. Vooral de entrecôte zal fijnproevers plezieren. Voeg daar zalige, Belgische spruitjes en een stevig mosterdsausje aan toe en de avond kan niet meer stuk!
Laat het vlees alvast op kamertemperatuur komen. Kruid voldoende met peper en zout.
Kuis de spruitjes door de onderkantjes weg te snijden en de buitenste blaadjes te verwijderen. Spoel met water.
Smelt het klontje boter en stoof de gesneden ui aan op een zacht vuurtje. Laat de ui fruiten tot de stukjes lichtjes beginnen te bruinen.
Voeg de spruitjes toe en kruid met peper, zout en wat nootmuskaat. Bak even aan, blus dan met de witte wijn. Laat de alcohol een vijftal minuutjes verdampen. Dek dan af en laat nog een kwartiertje garen op een zacht vuur. Voeg indien nodig wat water toe.
Bereid ondertussen het sausje door in een steelpan wat boter te smelten. Stoof de gesnipperde sjalot en teen look aan. Voeg het laurierblaadje toe en blus met een scheutje cognac (of whiskey).
Voeg, eenmaal de alcohol grotendeels verdampt is, de room toe. Laat rustig inkoken. Voeg dan de mosterd en graanmosterd toe. Roer om en werk, naar smaak en in balans, af met suiker/peper/zout.
Bak tot slot het vlees door in een hete pan voldoende boter te verhitten. Schroei het vlees langs elke kant en laat even rusten onder een stukje aluminiumfolie. Snijd het dan in plakjes en serveer met een schep saus, een lepel spruitjes en frietjes of kroketjes. Smakelijk!