Op tijd en stond een ‘gouwe ouwe’ op het menu zitten is een uitstekend idee. De lekkerste gerechten gaan vaak al generaties mee en zijn niet zomaar een succes. Varkenswangetjes, bijvoorbeeld! Sofie Dumont legt in dit recept uit hoe zij deze heerlijk malse specialiteit klaarmaakt met bruin bier, vergezeld van erwtjes met worteltjes en kroketjes.
Ontvlies de varkenswangen indien nodig, kruid met peper en zout.
Bak de varkenswangen aan in een ruime stoofpot (die ook in de oven kan) in een flinke klont boter. Haal uit de pan eenmaal rondom geschroeid.
Snipper de rode ui fijn. Schil de appel en versnijd in fijne blokjes. Stoof samen aan in de pot waar je net de varkenswangen in schroeide.
Plet of hak de kruidnagel fijn en voeg samen het tomatenconcentraat, de mosterd en wat balsamico-crème toe aan de gestoofde stukjes appel. Roer om.
Blus met het bruin bier en laat even doorkoken. Leg dan de varkenswangen, samen met wat tijm en laurier, weer in de saus zodat ze helemaal onderstaan. Dek af en laat 2 uur garen in een voorverwarmde oven (160°).
Schil tegen het einde van de kooktijd de worteltjes en versnijd in schijfjes. Kook ze een vijftal minuten in gezouten water.
Snipper de sjalot fijn en stoof aan in een klontje boter. Voeg de voorgebakken stukjes wortel, de erwtjes en een scheutje water toe. Laat vijf minuten stoven. Werk af met vers gesnipperde peterselie.
Controleer of de varkenswangetjes gaar zijn en kruid de saus naar smaak af met peper en zout. Serveer met kroketjes en (verse) mayonaise. Smakelijk!