Jeroen neemt je met dit recept mee naar de eenvoudige en smaakvolle Italiaanse keuken. Tegelijkertijd blijft hij met één been in België staan, door toevoeging van frisse erwtjes en stukjes broccoli wordt dit een verrukkelijke variant die zeker het proberen waard is!
Breng voldoende gezouten water aan de kook en gaar de spaghetti volgens de instructies op de verpakking.
Gaar tegelijkertijd de broccoliroosjes in lichtgezouten water met het snuifje bicarbonaat (zo blijven ze mooi groen). Laat kort garen zodat ze knapperig blijven. Giet dus tijdig af, spoel met koud water en laat rusten.
Verhit een scheut olijfolie in een stoofpot en bak de pancettareepjes goudbruin. Snijd ondertussen de rode ui in fijne halve ringen en plet de look. Voeg toe en laat even fruiten.
Kluts de eieren in een mengkom, roer er de gemalen pecorino onder en breng flink op smaak met peper.
Giet de – ondertussen gegaarde – pasta af maar bewaar één kopje kookvocht. Voeg de erwtjes toe aan de stoofpot (indien diepvries: laat eerst even ontdooien in de stoofpot), samen met de broccoliroosjes en het kopje kookvocht.
Doe er vervolgens de spaghettislierten bij en roer voorzichtig. Meng dan het eierenmengsel met de gemalen pecorino zorgvuldig door de pasta op een erg zacht vuur (de kaas moet smelten en het ei moet slechts stollen, niet bakken!).
Werk af met nog een snuif peper (zout is normaliter niet nodig) en bestrooi net voor het opdienen met nog een beetje pecorino. Smakelijk!