Op een gure, winderige dag gaat er niets boven een kom dampende, zelfgemaakte soep. Deze wortelsoep zal je in geen tijd helemaal opwarmen, de krokante spekjes maken, voor de liefhebbers, het kleine festijn compleet. Dit soepje is makkelijk, gezond en in geen tijd klaar. Aan de slag!
Kruis alle groentjes en snij ze in grove stukken – de soep zal helemaal op het einde toch gemixt worden.
Breng wat boter op temperatuur en stoof de ui, vervolgens de stukken wortel en tot slot de selder. Laat alles enkele minuutjes rustig stoven en doe er vervolgens het litertje water bij. Op dit punt kan je er ook, naar wens, een blokje groentebouillon (of vleesbouillon) aan toevoegen. Dit geeft een rijkere en vollere smaak, maar maakt het niet gezonder.
Laat de groenten een kwartiertje sudderen op een zacht vuur, de soep kan afgewerkt worden eenmaal alles zacht en gaar is. Afwerken doe je met een mixer, zorg er voor dat het een fijne, egale soep wordt.
Indien de soep nog te dik is, voeg je simpelweg nog wat water toe. Dit aspect is behoorlijk persoonlijk, vergeet enkel niet dat hoe dunner de soep, hoe minder geschikt als maaltijdsoep (en dus eerder als voorgerecht). Breng op smaak met peper en zout.
Afwerken kan je met enkele stukjes spek: bak de spekreepjes in de pan (zonder boter, spek is al vet genoeg) tot ze naar wens gebakken zijn. De pan kan gewoon mee op tafel: heerlijk om een dikke, bruine boterham wat te deppen in het spekvet. Smakelijk!