Een jambalaya kan je best omschrijven als een Creoolse variant op paella. In combinatie met groentjes en lekker veel kruiden wordt rijst gebakken tot een smeuïg éénpansgerecht. In dit alledaagse recept doen we er fijne merguez-worstjes bij.
Snipper de ui, knoflook, selder, paprika en rode chilipeper fijn. Stoof aan in een scheutje olijfolie in een ruime stoofpot (of pan).
Breng op smaak met komijn, oregano en paprikapoeder.
Roer de rijst door de groentjes en laat even aanbakken. Blus dan met het glas rode wijn, roer goed om en laat de alcohol verdampen.
Voeg de tomatenblokjes en het blokje kippenbouillon toe. Dek af en laat de rijst rustig garen. Voeg indien nodig extra water toe naargelang de rijst het vocht absorbeert.
Bak kort voor het einde merguez-worstjes in een scheut olijfolie goudbruin.
Werk de jambalaya af met wat citroensap, gesnipperde peterselie en peper/zout naar smaak eenmaal de rijst gaar is.
Schik de gebakken worstjes samen met enkele citroenpartjes en nog wat verse peterselie op de jambalaya en serveer meteen. Smakelijk!